Hoe mijn wereld kleiner, maar wel rustiger werd

Ik heb mijn Instagramaccount verwijderd. In februari plaatste ik er mijn laatste post, een vurig betoog tegen de macht van Meta en Mark Zuckerberg. Toen ik de maand ervoor tijdens de inauguratie van de orange buffoon de techmiljardairs op de eerste rij zag zitten, was er iets in me geknapt. Die techreuzen zijn al jaren oppermachtig, maar nu zagen we hen open en bloot en zonder gêne aan tafel zitten bij POTUS. Miljardairs die zo’n dikke vinger in de politieke pap hebben, de rijkste zakenmannen ter wereld die invloed gekocht hebben. Ik werd gewoon misselijk van alleen al de aanblik.

Mijn post maakte wel het een en ander los

Een hoop reacties kreeg ik op mijn naderende vertrek. Instemmend, begripvol en ook ‘jammer dat je weggaat.’ Meerdere volgers reageerden met ‘ik wil eigenlijk ook kappen’. Om het afscheid te vergemakkelijken, gunde ik mezelf een overgangsperiode van een paar weken. Want stoppen met Instagram, dat leek me moeilijk. Ik volgde er leuke mensen en inspirerende accounts. Omdat ik behoorlijk verslingerd was geraakt aan the gram had ik eerder al tijdslimieten ingesteld. Ik ging van onbeperkt scrollen naar anderhalf uur per dag, daarna naar een uur en de laatste periode drie kwartier per dag. Met 45 dagelijkse minuten kwam ik nog op dik twintig uur (!) per maand.

En laat dat nou precies zijn waarvoor die app is ontwikkeld

Bij Meta willen ze immers maar een ding: geld verdienen. Dat doen ze door gebruikers uren op hun socials te laten doorbrengen. En dat voor noppes, we betalen met onze gegevens. Het algoritme bepaalt wat we te zien krijgen, moeten kopen, lezen en horen en in toenemende mate ook denken, voelen en waar we tegen moeten zijn. Meta bombardeert ons 24/7 met advertenties van producten die je niet nodig hebt. Het verspreiden van desinformatie en nepnieuws blijft onbestraft. Ik was er echt klaar mee. Net als met het doelloos scrollen op m’n schermpje, waaraan ik ook nog een swipe duim overhield. De lekkere online snack die Insta ooit was, bleek na al die jaren bedorven.

De eerste Instaloze ochtend was vreemd

Bij mijn ontbijt bekeek ik steevast een eindeloze contentstroom. Koekeloeren naar wat andere mensen aan het doen zijn, wat ze ergens van vinden, waar ze naar onderweg of juist geweest zijn. En dat in meerdere sessies verspreid over de dag. Daar zat zeker ook leuke en leerzame content tussen. Maar de tijd en energie die ik aan Insta spendeerde, begon me steeds meer tegen te staan. Tijd die ik ook kon gebruiken om een boek te lezen, te lummelen of een vriendin te bellen. Zonder Instagram had ik ineens tijd over.

Er is leven na Instagram

Ja, het is een ietsiepietsie saaier zonder. Maar hoe erg is dat? De fear of missing out (FOMO) was binnen een week helemaal weg. Ik mis namelijk niets. Echt niks. En ik kreeg een onverwachts cadeau: meer rust in mijn hoofd. Zoals ik in de nieuwsbrief van een andere Insta-verlater las: ‘Mijn wereld werd wat kleiner. En dat was eigenlijk wel rustig.’ Ik kan het iedereen aanraden. En dan nog iets: ik maak veel minder foto’s! Ik kijk weer zonder scherm om me heen en niet naar of het een mooi plaatje voor een Story is.

Stiekem hoopte ik op meer navolgers

Maar stoppen met Instagram blijkt lastig. Er is angst voor fomo en de belangen zijn groot. Dat snap ik. Bedrijven, lokale ondernemers, bands, eigenlijk iedereen die iets te verkopen of te communiceren heeft, is afhankelijk (geworden) van Meta. Zo maar stoppen om je principes kost geld en klanten, en dus business. Daarom beheer ik ook nog socials voor mijn opdrachtgevers. Ze moèten wel. Zolang er geen goed (Europees) alternatief is voor de Meta platforms blijven bedrijven er actief. Dat snap ik. Ik hoop dat tech startups als een malle hun ideeën voor alternatieve platforms aan het door ontwikkelen zijn en de EU hierin flink investeert. Zodat we met z’n allen, tegen een kleine vergoeding voor het waarborgen van onze privacy, van elkaar op social media kunnen blijven genieten.

Spread the love