Het coronavirus is een grote boze wolf

Ik ben geboren en getogen in het offline tijdperk. Als boekennerd woonde ik praktisch in de bibliotheek. Ik las alles wat los en vast zat. Ook schreef ik graag verhalen, tekende paarden en creëerde mijn eigen wereldje met Playmobil. En zoals zoveel kinderen was ik dol op de verkleedklerenkist en spaarde ik dierenplaatjes en postzegels. Ik kan me niet herinneren dat ik me ooit een dag verveeld heb.

Sprookjes van Grimm

Mijn ouders vonden lezen heel belangrijk. Ze lazen mij en mijn zussen van jongs af aan voor. Vaak waren dat sprookjes van de gebroeders Grimm. Repelsteeltje, Vrouw Holle, Hans en Grietje, De kikkerkoning… De kleine Eliane smulde van die verhalen. De sprookjes prikkelden mijn fantasie. Ik kon er helemaal in opgaan. Mijn vader deed verschillende stemmetjes bij de personages. Zo kwamen de sprookjesfiguren tot leven. Alledrie de dochters hingen aan zijn lippen.

Hoorspel op LP

We hadden thuis ook elpees met sprookjes in hoorspelvorm. Een soort luisterboek, maar dan anders. Bekende acteurs speelden de sprookjes na. Je zag ze niet, maar hoorde ze wel. Inclusief krakende vloeren, voetstappen, rammelende paardenwagens en dichtslaande deuren. Ik had er ook geen beeld bij nodig, ik zag het zonder al helder voor me. De nieuwe kleren van de keizer, Tafeltje dekje, De prinses op de erwt, De wolf en de zeven geitjes…. onvergetelijke verhalen waar ik ontzettend veel naar geluisterd heb. Toen mijn zus naar de middelbare school ging, kreeg ik haar oude pick-up. Vanaf dat moment kon ik op mijn eigen kamer sprookjes luisteren. Zoveel en zo vaak als ik maar wilde.

Grootje in de hemel

‘Ie ai oi wat is dat nou weer, vrouw? Dat is haantje de voorste. Morgen pak ik een zak, daar stop ik hem in en dan hups, de sloot in.’ Ik hoor het Sacco van der Made in de Bremer Stads muzikanten nog zò zeggen. Ik speelde ook vaak sprookjes na met mijn nichtje, die thuis precies dezelfde hoorspelelpees had (voor de vinylfans: die van Sunderland Records). Stapelgek werden mijn ouders van ons als ze kwam logeren. De ene keer was ik vrouw Holle en zij Roodkapje, de keer erop speelde zij de boze wolf en leefde ik me in zeven geitjes in. Het meisje met de zwavelstokjes bleef bij ons steeds maar weer gelukkig zijn bij haar grootje in de hemel. Ik weet zeker dat we bepaalde passages nog uit ons hoofd kennen als je er ons nu naar zou vragen.

Knuffelen met je geitjes

Mijn geloof in sprookjes ben ik nooit verloren. Het coronavirus is een soort boze wolf uit een sprookje van Grimm. En wij zijn de geitjes. De wolf wil ons pakken en op z’n gemakje oppeuzelen. We doen er alles aan om uit zijn zwarte poten te blijven. We wassen 20x per dag onze handen, niezen in de elleboog, begroeten elkaar zonder handdruk, blijven weg uit school, clubgebouw en restaurant en cancelen ons verjaarsfeestje en huwelijksjubileum. Deze maatregelen zijn als de stenen die moeder de geit in de buik van de wolf stopt, wanneer ze haar geitjes uit zijn buik bevrijdt. Als de wolf ontwaakt door de dorst, loopt hij zwalkend naar de put. Hij kukelt erin en verdrinkt. Deze coronawolf gaat zich nog flink tegoed doen, hoe vreselijk dat ook is. Maar op den duur delft ie toch het onderspit. En kunnen wij eindelijk uit de staande klok klauteren om de geitjes die we zo innig liefhebben een dikke knuffel te geven ♥

Spread the love